En toen waren er vier…

Gisteren las ik eindelijk het boek uit waarin ik al vanaf zaterdag in aan het lezen was: The Press, een boek uit 1964 geschreven door de bekende New Yorker columnist en journalist A. J. Liebling. Hierin zet
Liebling uiteen hoe armoedig de Amerikaanse krantenwereld toendertijd was en waarom dit zo was, met als één van zijn belangrijkste klachten het immer toenemend aantal steden en markten waar slechts 1 of hooguit 2 kranten beschikbaar zijn en er dus weining reden meer is voor de eigenaren hiervan om nog veel aandacht te besteden aan de kwaliteit van het nieuws dat ze brengen: de klant had toch geen keuze, in die dagen toen het televisienieuws nog in de kinderschoenen stond.

Dat was toen en hier in Nederland nu lijkt het alsof er meer keuze dan ooit is aan kranten. Vanaf vandaag hebben we zelfs de keuze uit niet twee, niet drie, maar wel vier gratis kranten! Maar zou Liebling hiervan onder de indruk zijn, van zoveel keuze, of zo hij het maar een schijnkeuze vinden?

Wat denk je zelf?

De reden dat we opeens zoveel gratis leesvoer krijgen is natuurlijk niet omdat de bedrijven achter deze kranten uit de goedheid van hun hart ze aan ons schenken. Nee, die kranten zijn er slechts om het echte produkt te verkopen en wij zijn daarvan niet de kopers. De kopers zijn de adverteerders en het produkt zijn wij zelf. Door gratis kranten te verstrekken aan een jong, relatief rijk publiek op tijdstippen dat dit publiek toch niets anders te doen heeft, realiseer je een reclamebureau’s stoutste dromen…

En blijkbaar hadden De Spits en de Metro hier zo’n succes mee dat er nu al twee nieuwe kranten bij zijn gekomen, De Pers en nieuw vanaf vandaag, Dag. Of er ruimte is voor alle vier moet nog blijken natuurlijk, maar belangrijker is of wij er wijzer van worden, of dat het allemaal lood om oud ijzer is.

Zeker de Spits en de Metro lijken sterk op elkaar, met veel dezelfde ANP berichten en een zelfde soort style van schrijven, waarbij de eerste probeert zich te onderscheiden door zich te presenteren als een multimedia onderneming, met partnerschappen met Geen Stijl e.d., terwijl de laatste dit poogt te doen door regionale edities uit te brengen.

Nieuwkomer de Pers daarentegen probeert een gratis kwaliteitskrant te zijn: “gratis maar niet goedkoop”. Ze slagen hier redelijk in, met meer eigen reportages en minder entertainment vuller. Daarentegen is het wel minder volks en spontaan: geen echte brievenrubriek bv.

En de laatste loot aan de stam van de gratis dagbladen, Dag, zit hier weer een beetje tussenin, een beetje zoals het Algemeen Dagblad dat is tussen de Telegraaf en De Volkskrant/NRC. Meer foto’s, simpeler geschreven, maar ook met meer eigen werk dan de Spits of de Metro. Maarja, het is nog vroeg om echt wat zinnigs over deze krant te kunnen schrijven.

Wat nieuws betreft is De Pers wat mij betreft vooralsnog de beste van de vier kranten, want ze volgen duidelijk een eigen lijn, gaan minder mee met de geijkte verhalen en proberen ook onderbelichte onderwerpen te behandelen. Een minpunt is echter dat hun politieke koers me erg tegenstaat. Het is een rechtse krant, en dan nog wel een Amerikaans rechtse krant meer dan een Nederlandse rechtse krant; meer Elsevier dan NRC. Zoals hier wel eens eerder is geschreven, hebben ze er een handje van ruimte te geven aan neocons, klimaatsceptici en andere enge mensen. Spits en Metro zijn ook wel rechts, maar meer gericht op de lezer te vermaken en niet te propagandiseren en hebben daarnaast een populistische inslag die de rechtse toon van die kranten enigszins matigt en corrigeert.

Samenvattend vind ik dat de gratis kranten tot nu toe redelijk tot goed zijn geweest, in ieder geval een snelle manier om weer op de hoogte te komen van wat Nederland bezig houdt, maar beperkt in hun capaciteit om meer te doen dan ANP berichten te bewerken. Politiek gezien zijn ze zeker niet links, maar wel populistisch, m.u.v. De Pers, wat meer lijkt te zijn dan een puur commerciële onderneming…

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *